Het zachte weer van vorige week deed terug uitkijken naar het komende zomerseizoen. Op zondag 11 maart om 9:30 uur begon de verbroedering tussen de wielertoeristenclubs uit Knokke-Heist in de kerk van Duinbergen. “Zij deden er wat vroeger algemeen was. Geen kermis zonder kerkmis. Geen zondagsmis is niet uitgaan, is thuisblijven.”, woorden van priester Arnold die als inspringer van dienst was. Die mensen komen nooit naar de zondagsmis, maar voor die ene keer blazen ze appel om samen te bidden en te vieren en om de fietsen (en de fietsers) te laten zegenen.
De kerk zat bij deze gelegenheid goed gevuld, terwijl de mensen die wekelijks naar de mis komen hun zondagse viering in de kapel beleefden. “Wat een geluk dat deze mensen, die niet gewoon zijn om te bidden, een afzonderlijke viering krijgen en zo de vaste kerkgangers niet storen in het gebed.” Een vaker gehoorde en begrijpelijke opmerking, maar anderzijds toch ook jammerlijk. Moeten we een elitekerk vormen die niemand toelaat die eenmalig of af en toe eens iets van ons aanbod wil proeven? Of moeten we als vaste kerkgangers wat meer open staan voor mensen die onze gewoonten niet meer kennen? Hen een gemeend welkom heten en wat begrip tonen naar het feit dat zij onze gewoonten niet meer kennen? Misschien slaat er bij hen ook iets aan als we ze een warm onthaal geven, als we durven open staan en de deur ook voor hen open houden? Misschien zijn ze ook wat respectvoller naar onze gewoonten toe als wij ze op een vriendelijke en begripvolle manier durven te duiden?
Priester Arnold wist de eerste lezing, het evangelie, de oude verhalen, het heden, de sportwereld en de zegening heel goed op elkaar te betrekken en te duiden voor de aanwezigen. Voor de wielertoeristen zelf viel de viering met zegen in ieder geval in de smaak, ook al was het niet allemaal 100% volgens het boekje.
In de eerste lezing ging het over: Het volk in de woestijn, weg uit Egypte dat maar niet vooruit raakte en begon te morren en klagen tegenover Mozes en tegenover God. God strafte zijn volk met giftige slangen, maar kreeg medelijden en gaf aan Mozes het bevel om een koperen slang aan een paal op te richten. Ieder die door een slang gebeten werd en zijn ogen op de bronzen slang richtte bleef in leven en stond terug op met volle moed. Dit beeld van de paal met slang als teken van nieuw leven werd ook in andere oude culturen gebruikt zoals bij de Griekse halfgod Asclepios, die staat voor medicijnman, vandaag de geneesheer of dokter. Tot op vandaag is de paal met slang een symbool van de artsen die zieke patiënten genezen en dus weer doen opstaan zodat ze opnieuw ten volle leven.
Ook de tekst van het evangelie verwijst naar het volk van Mozes en deze slang op de paal. ‘De Mensenzoon moet omhoog worden geheven zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben.’ Christus werd aan een kruis verheven, wat niet naar ondergang en dood verwijst, maar duidt op zijn opstanding en verrijzenis, ook naar onze opstanding uit onze ‘dood’ telkens weer opnieuw, om altijd met goede moed weer te beginnen. Zo wordt het kruis voor elke gelovige een teken van overwinning.
Christus werd aan een kruis verheven, wat niet naar ondergang en dood verwijst, maar duidt op zijn opstanding en verrijzenis,…Zo wordt het kruis voor elke gelovige een teken van overwinning.
Ook in het dagelijkes leven en in de sport zoeken we telkens weer om opnieuw op te staan en bij een overwinning kennen we ook het opsteken van symbolen, zoals tennisraket of gewoon de handen of duimen. In de wielersport is het de fiets. Die fiets heeft het hem gedaan, maar het is niet alleen die fiets, ook de goede benen, een oplettend hoofd en het hart op de goede plaats voor de vriendschappen en een fair play en misschien kijken we te weinig op naar de Heer die schepper is van dit alles.
Op het eind van de viering stonden we recht voor de plechtige zegen. Philippe Vileyn, als kopman, als ploegleider, stond symbool voor alle wielertoeristen en zijn fiets voor alle fietsen. De omhooggestoken fiets werd besprenkeld met water dat leven en welzijn betekent. Met datzelfde water werd ook de wielertoerist zelf besprenkeld.
Heer zegen onze wielertoeristen als zij fietsen
en blijf hen nabij langs de weg.
Zegen hun benen om dapper te trappen
en geef hen een klare kijk,
een oplettend hoofd
en een waardig rijgedrag
opdat zij steeds behouden thuiskomen;
en inspireer ook hun harten
tot een diepe verbondenheid.
We vragen u dit in de naam van
onze Heer Jezus Christus. Amen.
Buiten op de parking achter de kerk werden alle fietsen en wielertoeristen en hun fietsen nog eens rijkelijk besprenkeld met het gewijde water en werd de zegen over hen allen nog eens uitgesproken. Na de zegen vertrokken de vele groepen voor een gezamijke tocht met verbroedering en een gezegend wielerseizoen.