ALGEMEEN CONTACT
(weekdagen tussen 9.15 uur en 12 uur)
St.-Jozefsstraat 3
8301 Knokke-Heist
050 51 17 98
secretariaat@tiberias.be
PASTOOR
Pastoor Philippe van den Driessche
philippe.vdd@skynet.be
0477 87 03 24
In 8 stappen van Aswoensdag tot Pasen
Verzamel de 8 bladwijzers
In de zes kerken van onze pastorale eenheid ligt gedurende de veertigdagentijd iedere week een bladwijzer klaar om mee te nemen naar huis.
Beeld en klank als hulpmiddel voor een persoonlijke meditatie
De boodschappen op deze bladwijzers kunnen binnenkomen via ogen en oren en klank. Fresco’s met een spel van steeds lichtere kleuren . kleuren en woorden die niet vastleggen maar suggereren, zoals ook in het evangelie het geval is.
Laat- alleen of in in het gezin – naar boven komen wat het beeld en de tekst bij je oproepen. Neem de tijd om het evangelie hardop te lezen. Laat het vervolgens stil worden. Kijk nu naar het beeld, lees de tekst opnieuw (hardop!) en laat je geest vrij dwalen, zonder te willen begrijpen of uitleggen. En als de vraag onderaan je aanspreekt, laat dan in jezelf een antwoord (of antwoorden) naar boven komen. Jouw antwoord(en).
WIE BEN IK IN HET VERBORGENE? Mt 6, 1-6.16-18
We leven in een wereld waarin het beeld alomtegenwoordig is, waarin je direct moet opvallen, gezien en erkend worden. Ons zelfbeeld wordt bepaald door de blik van de anderen – en die kan genadeloos zijn. Dan is het goed om afstand te nemen en je open te stellen voor de blik van Hem die ons geschapen heeft naar zijn beeld, die houdt van ieder van ons omdat we allemaal zijn kinderen zijn, en die de kiem van Zijn leven in ons hart heeft gelegd.
De lichtjes van de stad, de fonkeling van de wereld… Afstand nemen, je verplaatsen, net genoeg om te staan in de ruimte waarvan het schijnbare duister niets anders is dan de schaduw van Hem die op ons wacht.
Hoeveel tijd ga ik uittrekken om na te denken over mijn leven, mijn keuzes, mijn daden? Geloof ik in het diepst van mijzelf dat God mij liefheeft, dat hij het goede en mooie in mij ziet?
BEN IK MEER WAARD DAN GOUD? Mc 1, 12-15
In het evangelie geloven betekent niet dat je een inhoud kent en aanneemt, maar dat je je laat omvormen (bekeren!) door het buitengewone en buitengewoon goede nieuws dat wij geroepen zijn om hier en nu een leven te leiden dat niet is vervormd door geweld, vernietiging, rivaliteit en onrechtvaardigheid. Ja, het is mogelijk om niet te leven met de rem op, en onder lasten gebukt, maar rechtop en op weg in het spoor van Jezus, die ons heeft geopenbaard wie God is.
Weer overeind komen, rechtop gaan staan, je laten aantrekken door het weldoende licht dat een weg ten leven tekent…
Spreekt het evangelie mij aan, doordringt het mijn hele wezen of is het een tekst die buiten mijn dagelijkse leven blijft? Geloof ik met al mijn krachten dat een andere wereld mogelijk is?
WIE BEN JIJ, VERHEERLIJKTE JEZUS ? Mt 17, 1-9
Hoe zouden wij kunnen geloven dat we geroepen zijn om het leven te leven dat God ons geeft, als Jezus niet heel even dat leven, waarvan hij helemaal doordrongen was, had laten zien? Voor de leerlingen was dit een geweldige ervaring, een voorsmaak van de eeuwigheid: tot je verwondering vaststellen dat je dochter of zoon van de Vader bent: wat een blijdschap! Dat vluchtige moment kan levend water zijn voor dorre dagen.
Een berg: hoogte en tumulus, en als zodanig plek van opperste waarheid.
Wie is Jezus voor mij? Een bijzondere mens? Of een mens die ons tegelijk laat zien wie God is en waartoe wij geroepen zijn? Geloof ik in de transformerende kracht van het Woord in mijzelf?
JOUW LICHAAM, EEN HEILIGDOM – Joh 2, 13-25
Het Woord van God dat Jezus uitdraagt, is niet zoeterig of flauw. Het is radicaal in de etymologische zin van het woord: het raakt aan de radix, de wortel van ons bestaan. Het doet nadenken, ontmaskert valse schijn, doorprikt de waan van de machtigen en stelt aan de kaak dat de naam van God wordt misbruikt. God woont in de mens die zich door zijn Schepper laat vormgeven. Niets kan die woonst vernietigen.
Een man waar het vuur van Gods leven dwars doorheen gaat, brengt de wereld en haar schijnmachten terug tot wat ze zijn: ijdelheid en leegte.
Welke hedendaagse vormen van macht lijken mij verkeerd, onrechtvaardig, destructief? Durf ik ze aan de kaak te stellen? Wat kan ik concreet doen om de wereld rechtvaardiger en broederlijker te maken?
MOGEN MIJN WERKEN IN GOD ZIJN – Joh 3, 14-21
Het ‘oordeel is in het evangelie geen veroordeling, maar een moment van waarheid – een moment waarop je het aandurft om te schiften: goed en kwaad, echt en vals, licht en donker. Niet om te zwelgen in je gebreken en beperkingen, maar om je te laten genezen door de Liefde. Slangengif kan genezende kracht hebben… De helderheid van de Liefde dringt door in de donkere krochten van ons binnenste en brengt onze innerlijke schoonheid aan het licht.
Licht en duister duidelijk gescheiden – maar het duister heeft de kleur van God, want hij is erin aanwezig.
Wat in mezelf of de wereld wil ik niet onder ogen zien? Hoe ontkom ik aan de verleiding van (zelf)beschuldiging? Geloof ik dat God mij blijft herscheppen om mij te laten worden wie ik ten diepste ben?
ALS DE GRAANKORREL NIET STERFT – Joh 12, 20-33
Afstand nemen van hoe het in de wereld toegaat, je gedrag veranderen, je gewoonten loslaten, het is elke keer een beetje sterven. En van sterven zijn we bang. We staan voor iets beslissends, iets waarvoor een daad van naakt geloof nodig is: geloven dat verlies, met het woord als enige bron van vertrouwen, tot transformatie leidt. Misschien is onze veranderende wereld een unieke kans om die stap te zetten en te vertrouwen op Hem die ons is voorgegaan.
Hemel en aarde ontmoeten elkaar in Christus. Het kruis, waarop uit dood leven wordt geboren, tekent zich al af.
Heb ik het al meegemaakt dat ik door een beproeving of een rotperiode sterker en beter werd? Aanvaard ik spontaan dat ik al dienend in de schaduw blijf, zonder erkenning, alleen gedragen door de liefde van God?
JIJ GEEFT JE LEVEN – Mc 14,1 – 15,47
Jezus’ lijden en dood vieren is meer dan het gedenken van feiten, het is erkennen en geloven dat alleen een gegeven leven, een leven dat de Liefde tot op de bodem doorleeft, de naam ‘leven’ waardig is. Dwaasheid in de ogen van de wereld, ultieme zin van het bestaan in de ogen van God. En dat heeft niets van zwelgen in het leed, integendeel: God schept geen behagen in de dood – met zijn doorgang gaat Jezus ons voor in alles waar wij doorheen te gaan hebben.
Het kruis licht op en wordt de levenshorizon van de leerling, in wie deze liefde haar intrek heeft genomen.
Hoe raken Jezus’ lijden en dood mij in mijn concrete leven? Hoe kan ik ze voor ogen houden zonder in zelfbeschuldiging te vervallen? Hoe ben ik solidair met mensen die geconfronteerd worden met lijden en sterven?
IK KOM NAAR JOU IN GALILEA – Mc 16, 1-7
‘Hij is niet hier, hij gaat u voor.’ Jezus’ opstanding vieren is niet verbouwereerd naar een mirakel staren, het is op weg gaan. De Liefde en het Leven van de gekruisigde waren zo sterk dat hij door de dood heen is gegaan zonder dat die hem gedood heeft. Als wij hem willen ontmoeten, moeten wij naar onze Galilea’s gaan, naar het concrete leven van onze broeders en zusters – en hen ‘met leven besmetten’.
Levenskiem begraven in de aarde, belofte van geboorte, dageraad van een nieuw en ander leven…
Wat heeft deze vastentijd voor mij betekend? Wat is er in mij veranderd, sterker geworden? Wat is mijn Galilea, waar mensen leven die wachten op zorg, bevrijding en hoop?